In mei het weer zover: het Eurovisie Songfestival! De 67ste editie van het EK Zingen vindt plaats in het Britse Liverpool. Eigenlijk had Oekraïne het festival moeten huisvesten, maar dat bleek door de voortdurende oorlog geen optie. Het Verenigd Koninkrijk, dat na een lange periode van malaise dit jaar ineens als tweede eindigt, mag daarom voor het eerst in 25 jaar het songfestival organiseren. De komende maanden zullen de diverse deelnemende hun inzendingen presenteren. Wij laten ze hier stuk voor stuk de revue laten passeren en vinden er wat van.
Door Jeroen Bootsman – Nederland is een van die landen die sterk wisselende prestaties op het songfestival laat zien, om het vriendelijk uit te drukken. Veelal een middenmoter, soms uitschieters naar boven, maar veel vaker naar de onderste regionen van de eindklassering. Daar staat tegenover dat Nederland met vijf overwinningen een fraaie (met Frankrijk, Luxemburg en Verenigd Koninkrijk gedeelde) derde positie bekleedt in het klassement van landen die het vaakst wonnen.
Nederland is er van af het allereerste begin bij. In 1956 zong Jetty Paerl het allereerste songfestivalliedje ooit: De vogels van Holland, geschreven door Annie M.G. Schmidt en Cor Lemaire. De tweede editie bracht een eerste overwinning. Corry Brokken bezorgde Nederland de zege met de evergreen Net als toen, maar dat succes is mede toe te schrijven aan de indrukwekkende vioolsolo van Sem Nijveen. Brokken wist haar prestatie een jaar later niet te herhalen. In 1958 strandde Heel de wereld op een vernederende laatste plaats met slechts één schamel puntje. Daarentegen zegevierde Teddy Scholten met Een beetje voor Nederland in 1959. Daarna was het kwakkelen voor Nederland. Ondanks dat bekende artiesten als Therese Steinmetz, Conny Vandenbos, Greetje Kauffeld, Rudi Carrell en Anneke Grönloh de nationale driekleur verdedigden, bleek twee keer een tiende plaats het hoogst haalbare. Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat er destijds veel minder landen meededen dan nu het geval is.
In 1969 kwam de ommekeer. Lenny Kuhr eindigde met het ijzersterke De troubadour als eerste, maar zij moest haar overwinning wel met drie andere zangeressen delen. Het bleek de opmaat naar de gouden jaren van Nederland op het festival. Sandra en Andres behaalden in 1973 een vierde plaats met Als het om de liefde gaat en Mouth & MacNeal werden een jaar later derde met I see a star. Een nieuwe zege kon niet lang meer op zich laten wachten en een jaar later was het dan ook zo ver. Teach-In versloeg The Shadows met Ding-a-dong. Getty Kaspers kon toen nog niet voorzien dat zij gedurende 44 jaar symbool zou blijven staan voor het succes van Nederland op het songfestival.
Want na 1975 trad het verval in. Sandra Reemer kwam een jaar later niet verder dan een negende plaats met The party’s over, een nogal opzichtig van Mary Hopkins Those were the days afgekeken compositie. De onlangs overleden Heddy Lester bracht het in 1977 met De mallemolen tot een twaalfde plaats. Dit patroon zette zich jaren voort, afgewisseld met hier en daar een toptiennotering. Veel songfestivalfans kunnen zich tot op de dag van vandaag opwinden over het feit dat Nederland begin jaren tachtig twee ijzersterke liedjes uit de nationale finales níet afvaardigde: Marionette van Maribelle en Fantasy island (later in Engeland een dikke topvijfhit in de uitvoering van Tight Fit) van The Millionaires delfden het onderspit ten gunste van twee kwalitatief inferieure liedjes, die dan ook navenant scoorden.
Ronduit traumatisch was de ondergang van Willeke Alberti in 1994. De nationale publiekslieveling ontving welgeteld vier puntjes (van Oostenrijk) voor Waar is de zon? Maar dat was dan ook een draak van een nummer… Nederland bleef de jaren erna gestaag door klungelen. Vanaf 2000 groeide Nederland uit tot de risée van Europa. Met de invoering van de halve finales werd het van kwaad tot erger. Acht keer op rij wist Nederland niet naar de finale door te stoten, ondanks Trebles onzintaaltje, de coupe vers mokka-ijs van Sieneke en de indianentooi van Joan Franka.
Anouk was al jaren in de ogen van velen de droomkandidate om Nederland op het festival te vertegenwoordigen. Niemand rekende erop dat zij daartoe bereid zou zijn. Want waarom zou Nederlands succesvolste zangeres zichzelf voor zo’n tweehonderd miljoen kijkers te kakken zetten? Verbazing en blijdschap alom toen de rockchick aankondigde een ‘killer song’ voor het festival te hebben gecomponeerd. Met het ingetogen Birds wist zij Nederland eindelijk weer eens richting finale te loodsen en daar ook nog in de toptien te eindigen. Een jaar later moest Nederland enkel Oostenrijk (The Common Linnets versus Conchita Wurst, de vrouw met de baard) voor zich dulden. Die opgaande lijn werd verstoord toen Trijntje Oosterhuis bleef steken in de halve finale, maar sindsdien heeft Nederland elk jaar de finale gehaald en is daarmee uitgegroeid tot een van de best presterende landen van het songfestival. En in 2019 was daar dan eindelijk de langverwachte zege, toen Duncan Laurence triomfeerde met Arcade.
De tekst gaat hieronder verder.
Nederland
Mia Nicolai & Dion Cooper – Burning daylight
Diezelfde Duncan is nu de grote motor achter de inzending van dit jaar. Hij bracht dit duo bij elkaar en schreef samen met zijn partner het lied dat het moet gaan maken in Liverpool. Om maar gelijk door de zure appel heen te bijten: Burning daylight wordt vakkundig gezongen, maar komt niet zo onherroepelijk binnen zoals Arcade deed. Of Nederland met deze inzending mee zal doen om de punten valt ernstig te bezien. Nummers die zich direct bij de eerste keer horen onverbiddelijk in het collectief bewustzijn vasthechten, zijn de liedjes die songfestivals weten te winnen. Dit is zo’n nummer dat moet groeien, maar bij mij kwam dat gevoel pas na een keer of tien luisteren. Niet dat dat maatgevend is, want ook Calm after the storm, De diepte en BIrds waren verre van doorsnee songfestivalliedjes, dus die hadden tijd nodig om in te dalen en wisten toch succes te boeken.
Maar dat is wel met name te danken aan de stemmen van de vakjury’s, die net wat meer muzikaal oor hebben voor de wat meer artistiek verantwoorde bijdragen. En laten nou uitgerekend die vakjury’s vanaf dit jaar niet meer mee stemmen tijdens de halve finales. Daar staat tegenover dat voortaan niet alleen Europese, maar kijkers over de hele wereld mee mogen bepalen welke landen naar de finale gaan en wie er uiteindelijk wint. Veel zal afhangen van hoe de act op het podium wordt vormgegeven en of Mia (die er in de videoclip enigszins bij staat als een Kruidvat-verkoopster die nog een pallet met Pringles moet prijzen) en Dion met hun boodschap van vallen en opstaan en fouten durven en mogen maken de harten van de kijkers zullen raken. De afgelopen jaren laten echter zien dat de landen die hoog scoren bij de bookmakers hun favorietenrol meestal wel waar weten te maken. En Nederland zit daar niet bij. Nog niet…